lindelaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lindelaan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lin·de·laan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lindelaan lindelanen
verkleinwoord lindelaantje lindelaantjes

Zelfstandig naamwoord

delindelaanv/m

  1. een weg met een rij lindebomen in de berm
     Freule Marja holde naar hem toe en kon in het spel van de kleine kringetjes zonlicht die door het lommer van de lindelaan vielen niet duidelijk zien welke verandering zich op zijn gezicht had voltrokken.[2]
     Ze zocht even naar woorden toen Marianne Timmer in beeld verscheen op de telefoon van NOS-verslaggever Jeroen Stekelenburg. Nao Kodaira trainde twee jaar onder Timmer, leerde Nederlands praten, maar ook heel snel schaatsen. "In de bus heb ik steeds herhaald; Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan", vertelde ze met wat haperingen aan Timmer.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lindelaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Weblink bron “Kodaira: Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan” (18-02-2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.