linkerflankspeler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  linkerflankspeler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lin·ker·flank·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkerflankspeler linkerflankspelers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de linkerflankspeler m

  1. (voetbal) voetballer die links in de voorhoede speelt
    ▸ PSV heeft na het vertrek van Toni Lato met Nick Viergever (geschorst tegen VVV-Venlo) en Olivier Boscagli twee spelers die als linksback uit de voeten kunnen, maar van nature als centrale verdediger gelden. Er is de club dus veel aan gelegen om een pure linkerflankspeler aan te trekken.[1]
    ▸ FC Utrecht heeft zich versterkt met Nicolás Gavory. De 23-jarige Fransman is een linkerflankspeler die zowel op het middenveld als in de verdediging kan spelen.[2]
    Synoniemen
    Hyperoniemen

    Gangbaarheid

    • Het woord linkerflankspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Meer informatie

    Verwijzingen

    1. ↑ Weblink bron
      Franklin Stoker
      “PSV omgeven door onzekerheid bij herstart eredivisie” (Zondag 19 januari 2020, 08:45), NOS
    2. ↑ Weblink bron “FC Utrecht contracteert linkerflankspeler Gavory” (Dinsdag 31 juli 2018, 19:11), NOS
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.