liplap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  liplap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪplɑp/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lip·lap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord liplap liplappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deliplapv/m

  1. (pejoratief) kleurling in Indonesië
  2. vagebond
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord liplap
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deliplapm

  1. zachte merg van kokosnoten

Gangbaarheid

  • Het woord liplap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
16 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Indonesisch

Bijvoeglijk naamwoord

liplap

  1. met verschillend gekleurde laagjes
  2. imitatie-, nagemaakt
  3. mengbloedig
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.