loco

Niet te verwarren met: loco-

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loco    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈloko/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lo·co
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

loco

  1. (handel) op de betreffende plaats, dus zonder kosten van verder transport
  2. (muziek) op hun normale plaats, aanwijzing bij bladmuziek dat een eerdere verhoging of verlaging met een of twee octaven hier ophoudt
Synoniemen
Verwante begrippen
  • [1] in loco
enkelvoud meervoud
naamwoord loco loco's
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

delocom

  1. (politiek) (spreektaal) wettelijke plaatsvervanger van de burgemeester
    • Maar daags nadat twee auto's op het gemeentehuis waren ingereden en het historische pand door een vuurzee was verwoest, snelde de burgemeester terug naar Waalre, en verdween zijn loco uit beeld. [2]
  2. (regering) (spreektaal) wettelijke plaatsvervanger van de gemeentesecretaris
    • Voor wat betreft de eerste loco ligt het in de rede dat dit de directeur bedrijfsvoering is (was voorheen de tweede loco-secretaris). [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord loco loco's
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

hetlocoo

  1. (medisch) merkloos geneesmiddel dat hetzelfde werkt als een duurder geneesmiddel dat onder een merknaam wordt verkocht
    • ,,Hetis niet zo, dat loco's slecht zijn", verduidelijkt Sanders, ,, maar ze kunnen in bepaalde mate anders zijn dan het merkmiddel of andere loco's. Dat betekent, dat een arts die een loco voorschrijft, zich aan dat middel zal moeten houden. Anders kunnen nare verschijnselen optreden." [4]

Gangbaarheid

  • Het woord loco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid:  loco    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lo·co
enkelvoud meervoud
loco locos

Zelfstandig naamwoord

loco m

  1. gek, dwaas
Synoniemen
  enkelvoud meervoud
mannelijk loco locos
vrouwelijk loca locas

Bijvoeglijk naamwoord

loco

  1. gek

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.