loeres

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loeres    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlurəs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • loe·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loeres loeresen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deloeresm

  1. (pejoratief) (verouderd) iemand die dom of lomp is
    • Dìe loeres, wees hij naar Leon Pakkedrager, die in rook-wellust zoo over zijn sigaar gebogen lei, dat hij er absoluut geen vermoeden van had, de aangewezene te zijn, ... heeft dat knulletje 't krankzinnigst in de hoogte gestoken... 't is 'n mannetje van niks ... 'n doodgewone prul... [3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'loeres' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.