lokfiets
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lokfiets (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɔkfits / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- lok·fiets
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lok ww en fiets , aangetroffen vanaf 1943 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lokfiets | lokfietsen |
verkleinwoord | lokfietsje | lokfietsjes |
Zelfstandig naamwoord
de lokfiets v / m
- (juridisch) fiets, door de politie ergens neergezet om hem te laten stelen en zo de dief te kunnen aanhouden
- ▸ De wnd. chef van het bureau Leidseplein had een idee: er werd in de Nic. Maesstraat een „lokfiets" neergezet, een splinternieuw keurig karretje en een paar meter verder stelde zich de kampioen-hardloper op de 400 m. verdekt in een portiek op.[3]
Gangbaarheid
- Het woord lokfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.