lolly

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lolly    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɔlɪ/
Woordafbreking
  • lol·ly
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lekkernij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1927 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lolly lolly's
verkleinwoord lolly'tje lolly'tjes

Zelfstandig naamwoord

delollym

  1. snoepje, bestaande uit een stuk geglaceerde vruchtensuiker op een stokje
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lolly staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.