loopvuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loopvuur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • loop·vuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loopvuur loopvuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetloopvuuro

  1. een vuur dat zich horizontaal over een oppervlakte voortplant
    • Hamiltons biograaf John Howie beschrijft dat er een loopvuur van buskruit is aangelegd, om zo de brandstapel aan te steken, maar dit mislukt. De ontploffing verzengt slechts een van zijn handen en zijn gezicht. Zo blijft hij staan, totdat er meer buskruit is aangesleept. [2] 
  2. het afschieten van geweren door opeenvolgende infanteristen die naast elkaar op een rij staan
    • Loopvuur: Een rottenvuur der infanterie, dat op éénen vleugel begint en van daar naar den anderen vleugel loopt; het was in de 18de eeuw hier en daar in gebruik. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord loopvuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.