luchter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luchter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • luch·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lichtkroon’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • Naamwoord van handeling van lichten met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord luchter luchters
verkleinwoord luchtertje luchtertjes

Zelfstandig naamwoord

deluchterm [3] [4] [5]

  1. Een veelarmige lamp met een decoratieve functie, die aan het plafond hangt.
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord luchter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.