lichter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lichter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪxtər/
Woordafbreking
  • lich·ter
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

lichter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van licht
    1. minder donker
      • Een lichtere verf dekt minder goed dan een donkere verf. 
    2. minder zwaar
      • De vermoeide bodybuilder koos een lichtere halter. 
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vaartuig voor vervoer van lading van zeeschepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1634 [1]
  • Naamwoord van handeling van lichten met het achtervoegsel -er [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord lichter lichters
verkleinwoord lichtertje lichtertjes

Zelfstandig naamwoord

delichterm [4] [5]

  1. voorwerp waarmee men iets licht (ophijst, opheft)
  2. (scheepvaart) vaartuig van geringe diepgang, voor vervoer van lading uit grotere schepen naar de wal, overslagschip
  3. (scheepvaart) vaartuig, bestemd om zware voorwerpen op te lichten, bij voorbeeld om een schip over een ondiepte te tillen
  4. luchter, kandelaar, lantaarn
Hyponiemen
Vertalingen
Uitdrukkingen en gezegden
  • een bepaald bedrag lichter
een bepaald bedrag uitgegeven hebben

Gangbaarheid

  • Het woord lichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.