maatschappijleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maatschappijleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- maat·schap·pij·leer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maatschappij en leer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maatschappijleer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de maatschappijleer v / m
- (onderwijs) (juridisch) (politiek) (cultuur) schoolvak waarin het recht, de politiek en de cultuur wordt besproken
- Kennis Nederlandse Samenleving als examenonderdeel van het inburgeringsexamen lijkt veel op maatschappijleer zoals dat op de middelbare school wordt gegeven.
- In het mbo wordt maatschappijleer Leren Loopbaan en Burgerschap genoemd.
- ▸ Bij maatschappijleer kregen we een opfriscursus over het communisme, zelfs de godsdienstlessen gingen plotseling over wat Jezus gevonden zou hebben van de Sovjet-Russische intocht in Boedapest.[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord maatschappijleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.