machtiging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  machtiging    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mach·ti·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord machtiging machtigingen
verkleinwoord machtigingetje machtigingetjes

Zelfstandig naamwoord

demachtigingv

  1. verklaring die aan een ander bevoegdheid overdraagt om al dan niet in naam en/of voor rekening van de persoon die de machtiging afgeeft een feitelijke handeling uit te voeren
Afgeleide begrippen
  • machtigingsakte, machtigingswet, rechterlijke machtiging
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord machtiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.