mangoest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mangoest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • man·goest
enkelvoud meervoud
naamwoord mangoest mangoesten
verkleinwoord mangoestje mangoestjes

Zelfstandig naamwoord

demangoestv/m

  1. (roofdieren) onderfamilie van de civetkatten, zeer snelle en behendige roofdiertjes die zelfs een gevecht met een gifslang niet schuwen
Synoniemen
  • mangoes, mungos, muishondjes, Ichneumons
Verwante begrippen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mangoest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.