mannenzaak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mannenzaak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • man·nen·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mannenzaak mannenzaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demannenzaakv/m

  1. kwestie die vooral mannen aangaat
     Hij had eens in een kroeg opgevangen dat lichamelijke lust een mannenzaak was en dat alleen hoeren deden alsof ze ervan genoten.[1]
     Het vrouwenstandpunt van de SGP is al tijden onderwerp van discussie. Na een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in 2012 moet de streng-christelijke partij vrouwen toelaten. Het partijbestuur heeft daarna met tegenzin het statuut veranderd, maar vindt nog steeds dat politiek een mannenzaak is.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord mannenzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2. Weblink bron “Drie vrouwen op Zeeuwse SGP-lijst” (0-01-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.