marcha
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
marcher |
marcha
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van marcher
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- mar·cha
enkelvoud | meervoud |
---|---|
marcha | marchas |
Zelfstandig naamwoord
marcha v
Synoniemen
Verwijzingen
- marcha in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Werkwoord
vervoeging van |
---|
marchar |
marcha
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.