mariner

Deens

Woordafbreking
  • ma·ri·ner

Werkwoord

mariner

  1. gebiedende wijs van marinere

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
mariner mariners

Zelfstandig naamwoord

mariner

  1. (beroep), (scheepvaart) matroos
  2. (beroep), (scheepvaart) zeeman
Synoniemen

Noors

Woordafbreking
  • ma·ri·ner

Werkwoord

mariner

  1. gebiedende wijs van marinere

Zelfstandig naamwoord

mariner, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van marine

Nynorsk

Woordafbreking
  • ma·ri·ner

Werkwoord

mariner

  1. gebiedende wijs van marinere
  1. maroner, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.