marine

Niet te verwarren met: mariné

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marine    (hulp, bestand)
  • IPA: /maˈrinə/ (3 lettergrepen); /maːˈrinə/
Woordafbreking
  • ma·ri·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘militair zeewezen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord marine marines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demarinev

  1. (militair) (scheepvaart) v strijdmacht die voor oorlogvoering op zee kan worden ingezet, zeemacht
     Ze heeft vele mooie herinneringen aan hem en toonde ons wel eens vol trots krantenartikelen en foto’s uit de tijd dat hij Minister van Oorlog en Marine was, tussen 1948 en 1950.[2]
    • Pronkstuk Russische marine de Moskva gezonken: een gevoelige en vooral symbolische tik. [3] 
  2. (kleur) bepaalde donkere kleur blauw
    • Heeft u die ook in het marine? 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

marine

  1. (kleur) de kleur marineblauw, donkerblauw hebbend
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord marine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Bijvoeglijk naamwoord

marine

  1. vrouwelijk enkelvoud van marin

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /maˈrine/
Woordafbreking
  • ma·ri·ne

Bijvoeglijk naamwoord

marine

  1. vrouwelijk meervoud van marino
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.