markgraafschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  markgraafschap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mark·graaf·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord markgraafschap markgraafschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetmarkgraafschapo

  1. graafschap dat aan de landgrens ligt
     Er zijn altijd naburige staten die het met gretige blikken gadeslaan; die altijd naar een mogelijkheid zoeken om hun gebied uit te breiden en zichzelf machtiger te maken, Op een dag zullen ze zich allemaal verenigen tot één staat, en dat zal ongetwijfeld een goed ding zijn, maar op het ogenblik zijn het allemaal nog van die kleine staatjes - hertogdommen, markgraafschappen, vorstendommen, enzovoort.[1]
  2. gebied dat qua belang ligt tussen een graafschap en een hertogdom
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'markgraafschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.