markgraafschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: markgraafschap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mark·graaf·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mark zn en graafschap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | markgraafschap | markgraafschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het markgraafschap o
- graafschap dat aan de landgrens ligt
- ▸ Er zijn altijd naburige staten die het met gretige blikken gadeslaan; die altijd naar een mogelijkheid zoeken om hun gebied uit te breiden en zichzelf machtiger te maken, Op een dag zullen ze zich allemaal verenigen tot één staat, en dat zal ongetwijfeld een goed ding zijn, maar op het ogenblik zijn het allemaal nog van die kleine staatjes - hertogdommen, markgraafschappen, vorstendommen, enzovoort.[1]
- gebied dat qua belang ligt tussen een graafschap en een hertogdom
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'markgraafschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Victoria Holt“De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.