marktleider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marktleider    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • markt·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marktleider marktleiders
verkleinwoord marktleidertje marktleidertjes

Zelfstandig naamwoord

demarktleiderm

  1. de organisatie die de markt aanvoert in een bepaald marktsegment
    • CITO marktleider op het gebied van toetsen in Nederland. 

Gangbaarheid

  • Het woord marktleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.