leider
Nederlands
Niet te verwarren met: lijder |
Uitspraak
- Geluid: leider (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛidər / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈlɛɪ̯dər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈlɛːdər/
- (Limburg): /ˈlɛɪ̯dər/
Woordafbreking
- lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leider | leiders |
verkleinwoord | leidertje | leidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de leider m
- iemand die leidt of bestuurt
- Elke goed samenwerkende groep heeft een leider nodig.
- een persoon of ploeg die op de eerste plaats staat in een competitie of wedstrijd
- De leider in de Ronde van Frankrijk verstevigt zijn leiderspositie door nog een etappe te winnen.
Synoniemen
- [2] koploper
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. iemand die leidt of bestuurt
Gangbaarheid
- Het woord leider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leider" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Duits
Bijwoord
leider
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ˈlɛɪðɐ(r)/ (Etsbergs)
Bijwoord
leider
- helaas
- «Achter g'm Kriege woort 't Platoeasj, 't Lèmbörgsj Veurlèmbörgs, tözaam g'm Hoeagpruusje es "ennemis" gezeen èn daodórch is 't leider oedgestórve.»
- Na de Tweede Wereldoorlog werd het Platois, het Limburgs van het oude Hertogdom Limburg, samen met het Hoogduits als "ennemis" gezien en daardoor is het jammer genoeg uitgestorven.
- «Achter g'm Kriege woort 't Platoeasj, 't Lèmbörgsj Veurlèmbörgs, tözaam g'm Hoeagpruusje es "ennemis" gezeen èn daodórch is 't leider oedgestórve.»
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.