masochisme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  masochisme    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·so·chis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • van Duits Masochismus; een eponiem, afgeleid van de 19e-eeuwse Oostenrijkse schrijver L. von Sacher-Masoch met het achtervoegsel -isme, in de betekenis van ‘het ondergaan van vernederingen voor seksuele bevrediging’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord masochisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetmasochismeo

  1. het beleven van (seksueel) genot aan onderwerping of kleinering
    • Kun jij je prettig voelen bij masochisme? 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord masochisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  masochisme     le masochisme     masochisme     les masochismes  

Zelfstandig naamwoord

masochisme m

  1. masochisme
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.