meat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meat (hulp, bestand)
- IPA: /məˈɑt/
Woordafbreking
- me·at
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
meat
- (Jiddisch-Hebreeuws) klein (in de vaste verbinding: mikdasj meat "synagoge"[1]
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Engels
Uitspraak
- Geluid: meat (US) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
meat | meats |
Zelfstandig naamwoord
meat
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.