meerkol

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meerkol    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmerkɔl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • meer·kol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meerkol meerkollen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demeerkolm

  1. (zangvogels) bepaald soort kraaiachtige vogel, Garrulus glandarius 
  2. (kraanvogelachtigen) bepaald soort watervogel, Fulica atra 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord meerkol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
34 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.