meetpunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meetpunt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmetpʏnt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • meet·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meetpunt meetpunten
verkleinwoord meetpuntje meetpuntjes

Zelfstandig naamwoord

hetmeetpunto

  1. plaats waar men meet
    • Zondag stelde het meetpunt van de Amerikaanse ambassade in Delhi de indexwaarde van het aantal (zeer schadelijke) stofdeeltjes met een diameter van 2,5 micrometer of minder op 999: de vervuiling was erger dan het meetsysteem aankon. Meetpunten van Delhi’s Pollution Control Board gaven lagere waarden aan, maar veel inwoners vertrouwen die cijfers niet.[2] 
  2. geografisch referentie punt een plaats waarvan de positie zeer nauwkeurig bepaald is
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord meetpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.