meeverdiener
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meeverdiener (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mee·ver·die·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mee en verdiener
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | meeverdiener | meeverdieners |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de meeverdiener m
- (economie) iemand die in een gezin van tweeverdieners een beduidend lager inkomen inbrengt dan de meerverdiener
Synoniemen
- meeverdienster
Gangbaarheid
- Het woord meeverdiener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meeverdiener" herkend door:
| 86 % | van de Nederlanders; |
| 90 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.