mensenhand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mensenhand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • men·sen·hand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mensenhand mensenhanden
verkleinwoord mensenhandje mensenhandjes

Zelfstandig naamwoord

demensenhandv/m

  1. (anatomie) de hand van een mens
    • Het hart is zo ongeveer even groot als een mensenhand die gebogen is tot een vuist. 
     Normaal gezien is licht als lucht, in die zin dat je vooral bij ontstentenis ervan in de verleiding komt te reflecteren op het belang ervan. Maar hier leek het licht door mensenhanden gemaakt, bij wijze van bekroning van de architectuur, als een laag bladgoud over een sculptuur of als een met zorg aangebrachte vernislaag over de voorstelling die deze van zichzelf had geschilderd. Maar deze vergelijkingen zijn te statisch, want daarbij was het licht voortdurend in beweging, alsof het de schaduwen achternazat.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord mensenhand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 24
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.