mensensoort

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mensensoort    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • men·sen·soort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mensensoort mensensoorten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demensensoortv/m

  1. een van de soorten van het geslacht homo 
     Zijn opgravingen leverden meerdere spectaculaire resten van vroege mensensoorten op, zoals een 1,9 miljoen jaar oude schedel van een homo habilis in 1972 en een 1,6 miljoen jaar oude schedel van een homo erectus, drie jaar later.[1]
     Rond zijn twintigste moet Krijn zijn gestorven. Millennia later vond een amateur-paleontoloog een bescheiden stukje bot van deze oermens op de Zeeuwse kust, opgezogen van de Noordzeebodem door een schelpenzuiger. Deze wenkbrauwboog was in 2001 het eerste stukje neanderthaler dat uit de Noordzee werd opgediept en ook de eerste keer dat deze mensensoort in Nederland werd teruggevonden.[2]
  2. groep mensen met een bepaalde eigenschap

Gangbaarheid

  • Het woord mensensoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Paleontoloog en natuurbeschermer Richard Leakey (77) overleden” (Zondag 2 januari 2022, 22:23), NOS
  2. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Neanderthaler Krijn, oudste oer-Nederlander, krijgt een gezicht” (Maandag 6 september 2021, 12:57), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.