mensenstroom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mensenstroom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- men·sen·stroom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mens zn en stroom zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mensenstroom | mensenstromen |
verkleinwoord | mensenstroompje | mensenstroompjes |
Zelfstandig naamwoord
de mensenstroom m
- zich voortbewegende mensenmassa
- ▸ Met de klapmuts over zijn ogen getrokken en de map onder zijn jas dreef hij mee op de mensenstroom.[2]
- ▸ Een nieuw camerasysteem moet nu in kaart brengen hoeveel mensen er precies in de oude stad rondlopen. Zes camera's, verspreid over de poorten van de stad, leggen de mensenstroom vast. Een computerprogramma telt automatisch hoeveel mensen er langs komen.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord mensenstroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
- ↑ Weblink bron “Toerisme is zegen en vloek voor inwoners historisch Dubrovnik” (17-08-2017), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.