messenkoker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  messenkoker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛsə(n)ˌkokər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mes·sen·ko·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord messenkoker messenkokers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demessenkokerm

  1. huls voor een of meer snijwerktuigen
    • 'k 'Em èrepels gekroje vor Timmers, antwoordde Fons met een schichtige blik op de rammelende messenkoker van de slachter. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'messenkoker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.