mioceen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mioceen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmijoˈsen/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mi·o·ceen
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels Miocene, naam voorgesteld in 1833 door de Britse geoloog C. Lyell; afgeleid van Oudgrieks μείων (meíoon) "minder" en καινός (kainós) "nieuw", dus: "minder nieuw (leven)", omdat maar een minderheid van de fossielen uit die periode van tegenwoordige soorten afkomstig is;[1][2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord mioceen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetmioceeno

  1. (geologie) geologisch tijdperk waarin de grassen zich over de hele wereld verspreiden, eerste tijdvak van de periode neogeen, van 23 tot 5 miljoen jaar geleden
    • Van het mioceen naar het pleistoceen is in het museum maar twee stappen. [4]
Schrijfwijzen
  • Vóór 2006 was de spelling Mioceen. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • messiniaan of messinien
  • tortoniaan of tortonien
  • serravalliaan of serravallien
  • langhiaan of langhien
  • burdigaliaan of burdigalien
  • aquitaniaan of aquitanien
Verwante begrippen
Vertalingen
stellend
onverbogen mioceen
verbogen miocene
partitief mioceens

Bijvoeglijk naamwoord

mioceen

  1. uit het mioceen, of met betrekking tot dat tijdperk

Gangbaarheid

  • Het woord mioceen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.