miro

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  miro    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • mi·ro
enkelvoud meervoud
naamwoord miro miro's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

miro

  1. (coniferen) Prumnopitys ferruginea  een groenblijvende conifeer, die voorkomt in Nieuw-Zeeland. Voordat het aparte geslacht Prumnopitys  werd onderscheiden, werd de plant ingedeeld in Podocarpus  (als Podocarpus ferrugineus, het basioniem van Prumnopitys ferruginea). De naam Miro komt uit het Maori
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'miro' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

  • [1] miro op Wikidata

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
mirar

miro

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mirar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.