mishandelaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mishandelaar (hulp, bestand)
- IPA: / mɪsˈhɑndəˌlar / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- mis·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van mishandelen met het achtervoegsel -aar [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mishandelaar | mishandelaars mishandelaren |
verkleinwoord | mishandelaartje | mishandelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de mishandelaar m
- (persoon) iemand die mishandelt, iemand die kwaad doet
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord mishandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.