mistel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  [A] mistel    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈmɪstəl/ (2 lettergrepen)
  • Geluid:  [B] mistel    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈmɪstɛl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mis·tel
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord mistel mistels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A]demistelm

  1. (bloemplanten) bepaald soort groenblijvende plant die als halfparasiet op bomen leeft, Viscum album 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • mistelboom
Vertalingen

Werkwoord

[B] mistel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mistellen
    • ... dat ik mistel. 

Gangbaarheid

  • Het woord mistel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

  • [A] mistel in het Nederlands Soortenregister N
  • [A] mistel op Wikidata

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.