moestuin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moestuin    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmustœyn/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈmus.tœʏ̯n/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmus.tœːn/
Woordafbreking
  • moes·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moestuin moestuinen
verkleinwoord moestuintje moestuintjes

Zelfstandig naamwoord

demoestuinm

  1. een tuin waarin op kleine schaal verschillende groenten en evt kruiden en/of fruit worden verbouwd
    • Vroeger hadden veel mensen een moestuin waar ze voor een belangrijk deel van moesten leven, tegenwoordig heeft men er soms één voor het plezier. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord moestuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

moestuin

  1. moestuin

Veluws

Zelfstandig naamwoord

moestuin

  1. moestuin
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.