moet

Uitspraak

• Geluid:  moet    (hulp, bestand)
• IPA: / mut / (1 lettergreep)

Gelijkklinkende woorden

• moed

Woordafbreking

• moet

Woordherkomst en -opbouw

• [A]:  moeten ww  zonder de uitgang -en ^[1]
• [B]: in de betekenis van ‘vlek’ aangetroffen vanaf 1678 ^{[2] [3] [4]}

Zelfstandig naamwoord

[A] de moet m

1. iets waar men toe gedwongen is

   • Moet is een bitter kruid. 

Werkwoord

[A] moet

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van moeten
2. gebiedende wijs van moeten

   ▸ Maar het is jouw leven en als je er blij van wordt moet je het gewoon doen.’ Mijn twaalfjarige dochter was stil en hield zich op de vlakte.^[5]

Zelfstandig naamwoord

[B] de moet v / m

1. achtergebleven kreuk of vlek

Gangbaarheid

• Het woord moet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moet" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Uitspraak

• geluid

Zelfstandig naamwoord

moet

1. litteken, blauwe plek

   «Hy het vir weke moete op sy vel gehad.»

   Hij heeft weken lang blauwe plekken gehad.

Werkwoord

moet

1. moeten

   «Ons moet stop by 'n rooi lig.»

   We moeten voor een rood licht stoppen.