motorkoppel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  motorkoppel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mo·tor·kop·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord motorkoppel motorkoppels
verkleinwoord motorkoppeltje motorkoppeltjes

Zelfstandig naamwoord

hetmotorkoppelo

  1. (motortechniek), (natuurkunde) het koppel dat een motor kan leveren
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'motorkoppel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.