mucopatiënt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mucopatiënt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mu·co·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mucoviscidose zn en patiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mucopatiënt | mucopatiënten |
verkleinwoord | mucopatiëntje | mucopatiëntjes |
Zelfstandig naamwoord
de mucopatiënt m
- (medisch) persoon die lijdt aan mucoviscidose een ernstige aangeboren, erfelijke longziekte
- ▸ Op 1 februari worden enkel veranderingen van kracht. Van hogere tarieven bij de NMBS en lagere bij de MIVB, tot een inperking van het tijdskrediet, aanvragen van pelletcheques en de terugbetaling van medicijnen voor jonge mucopatiënten: lees hier wat verandert.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord mucopatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Dit verandert vanaf 1 februari: duurdere treintickets en tijdskrediet ingeperkt” (Woensdag 1 februari 2023 om 06:49), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.