nærsynthet
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡnæːɾsyːntheːt/
Woordafbreking
- nær·synt·het
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
nærsynthet m/v
- (medisch) bijziendheid, kippigheid, myopie
Verbuiging
m/v | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | nærsynthet | m: nærsyntheten v: nærsyntheta |
- | - |
genitief | nærsynthets | m: nærsynthetens v: nærsynthetas |
- | - |
Synoniemen
- (wetenschappelijk) myopi, myopia
- Nynorsk: nærsyntheit
Antoniemen
Hyperoniemen
- synsfeil
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.