syn
Nedersorbisch
Zelfstandig naamwoord
syn m
Pools
Zelfstandig naamwoord
syn m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | syn | synowie |
genitief | syna | synów |
datief | synowi | synom |
accusatief | syna | synów |
instrumentalis | synem | synami |
locatief | synu | synach |
vocatief | synu | synowie |
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: syn (hulp, bestand)
Woordafbreking
- syn
Naar frequentie | 2058 |
---|
syns | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | syn | synen | syner | synerna |
genitief | syns | synens | syners | synernas |
Zelfstandig naamwoord
syn
- gezichtsvermogen
- inzicht, mening
- oordel, visie, zienswijze
- zicht
Uitdrukkingen en gezegden
- [4]: bära syn för
voor zich spreken
daarvan getuigen
daarvan getuigen
- [4]: få syn på
iemand of iets in het oog krijgen
iemand of of iets te zien krijgen
iemand of of iets te zien krijgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.