bijziendheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijziendheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·ziend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijziendheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debijziendheidv

  1. (medisch) een afwijking in de brandpuntsafstand van het oog waardoor alles op grotere afstand wazig gezien wordt
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijziendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.