naaldenkoker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: naaldenkoker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- naal·den·ko·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van naald zn en koker zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naaldenkoker | naaldenkokers |
verkleinwoord | naaldenkokertje | naaldenkokerjes |
Zelfstandig naamwoord
de naaldenkoker m [2]
- (huishouden) cilindervorming etui waarin men naalden kan bewaren en vervoeren
- ▸ Op de tafel lagen een borduurwerkje, een naaldenkoker, strengen katoen en een schaar.[3]
- (plantkunde) naam van enkele planten
Synoniemen
- naaldenhouder
Gangbaarheid
- Het woord naaldenkoker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ naaldenkoker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.