nachtlicht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nachtlicht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nacht·licht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtlicht nachtlichten
verkleinwoord nachtlichtje nachtlichtjes

Zelfstandig naamwoord

hetnachtlichto

  1. het weinige licht dat in de nacht beschikbaar is
     De gevoerde gordijnen lieten niets van het weinige nachtlicht dat zich in de luchtkoker wist te verzamelen de slaapkamer binnen.[2]
     In ons dagelijks leven komen we allerlei kleuren tegen, en zo leert ons brein ons hoe omgaan met de interpretatie daarvan in verschillende situaties. Het zou dus uit kunnen maken of je veel daglicht of 'nachtlicht' ziet.[3]
  2. lamp die 's-nachts brandt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nachtlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
  3. Weblink bron “Wetenschappers en #TheDress” (14-05-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.