nachtzoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nachtzoen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nacht·zoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtzoen nachtzoenen
verkleinwoord nachtzoentje nachtzoentjes

Zelfstandig naamwoord

denachtzoenm

  1. kus voor het slapen gaan

Gangbaarheid

  • Het woord nachtzoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.