natuurwandeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: natuurwandeling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·tuur·wan·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van natuur zn en wandeling zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | natuurwandeling | natuurwandelingen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de natuurwandeling v
- een wandeling door de natuur
- ▸ Wie een mooie natuurwandeling in de Ardenner bossen wil maken, wordt dus teleurgesteld. Afstand houden op de paden is nauwelijks mogelijk. Een natuurbeheerder zegt tegen de Franstalige omroep RTBF dat van het idyllische beeld dat men zich voorstelt, inmiddels niet veel over is.[1]
- ▸ Naast de reguliere tocht worden diverse arrangementen aangeboden. Zoals de IVN-natuurwandeling met gids en Berkelzompvaart, de zonsondergangsvaart, de dauwvaart met wandeltocht op Hemelvaartsdag, de nacht van de nachtvaart en de herfstvaart met wandeltocht.[2]
Gangbaarheid
- Het woord natuurwandeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Drukte in de Ardennen en Oostenrijk na sneeuwval: 'Blijf weg'” (ZONDAG 27/12/2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Nieuw vaarseizoen op de Berkel geopend: Jappe gaat te water” (30-03-2019), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.