nautilus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nautilus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nau·ti·lus
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
  • afgeleid van het Griekse woord ναυτίλος of nautilos, dat 'zeiler' betekent
enkelvoud meervoud
naamwoord nautilus nautilussen
verkleinwoord nautilusje nautilusjes

Zelfstandig naamwoord

denautilusm [2]

  1. (koppotigen) Nautilidae  een familie van intvisachtigen met een schelp
    • De zeldzame nautilus Allonautilus scrobiculatus leeft nog, bij een eilandje bij Nieuw-Guinea. Dat maakte de University of Washington bekend. Het uiterlijk van de nautilus – de enige inktvisachtige met een schelp – is overbekend. Maar de dieren zijn zeldzaam en nauwelijks onderzocht. Er zijn maar zes soorten beschreven, en zelfs daarvan is onzeker of het er niet eigenlijk slechts drie zijn. [3] 
  2. (koppotigen) een geslacht van inktvissen uit bovenstaandde familie. Hoewel Nautilus het typegeslacht van de familie is, en de familie al vanaf het begin van het trias (252 miljoen jaar geleden) bestaat, dateren de oudst bekende fossiele vondsten van dit geslacht uit het Laat-eoceen (40 Ma)
Synoniemen
  • poliepslak
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • nautilusbeker, nautilusparel, nautilusschelp
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nautilus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.