nestkast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nestkast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nest·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nestkast nestkasten
verkleinwoord nestkastje nestkastjes

Zelfstandig naamwoord

denestkastv/m

  1. vogelhuisje
    • In een nestkast kunnen vogeltjes veilig en gemakkelijk een nest bouwen. 
    • Sommigen zeggen dat het de oplossing is tegen de eikenprocessierups. Hang nestkastjes in de bomen voor koolmezen, want die hebben de rups als lekkernij op hun menu staan. “Maar dat is helemaal niet bewezen”, zegt wethouder Mariska ten Heuw. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord nestkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.