neteldoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neteldoek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ne·tel·doek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neteldoek neteldoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetneteldoeko

  1. (huishouden) losgeweven stof in effen binding, vroeger vervaardigd uit de bastvezels van sommige soorten netels (Urtica dioica ), later van katoen en in dat geval hetzelfde als mousseline
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord neteldoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.