netsport

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netsport    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnɛtspɔrt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • net·sport
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netsport netsporten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denetsportv/m

  1. (sport) verzamelnaam voor sporten met een speeloppervlak dat door een net in twee gelijke delen is verdeeld met de tegenstanders tegenover elkaar, elk aan een eigen kant van het net
    • Op het commerciële vlak is de netsport met een inhaalrace bezig. 'Maar alle deskundigen geven toe dat volleybal televisiegenieker is dan voetbal. [1]
Hyponiemen
Opmerkingen
  • De meeste netsporten zijn balsporten, maar dit is niet noodzakelijk. Badminton wordt immers met een shuttle gespeeld.

Gangbaarheid

  • Het woord 'netsport' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.