neushoornvogel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: neushoornvogel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- neus·hoorn·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van neushoorn zn en vogel zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neushoornvogel | neushoornvogels |
verkleinwoord | neushoornvogeltje | neushoornvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de neushoornvogel m
- (neushoornvogelachtigen) vogel uit de familie Bucerotidae en de orde van Bucerotiformes . Neushoornvogels komen voor in Afrika, tropisch Azië, Nieuw-Guinea en de Salomonseilanden. De hoornraven werden vroeger ook tot de neushoornvogels gerekend; ze behoren wel tot dezelfde orde, maar niet tot deze familie. Er zijn ongeveer 60 soorten, hiervan staan er 22 op de internationale Rode Lijst van de IUCNvogel in tropisch Afrika en Oost-Indië, met een grote snavel met daarop verschillende gevormde uitwassen
Hyponiemen
|
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord neushoornvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.