niet-gelovige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  niet-gelovige    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • niet-ge·lo·vi·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord niet-gelovige niet-gelovigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deniet-gelovigev/m

  1. iemand die niet gelooft (in welke god dan ook)
    • Ook niet-gelovigen kunnen er zich op betrappen dat zij voedseltaboes hebben. [1]
Antoniemen
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

niet-gelovige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van niet-gelovig

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord niet-gelovige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. De ondeelbare mens, Koen Stroeken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.